Overal hoor je ervan: slechte bereikbaarheid, lange wachttijden, summiere terugkoppelingen. Het tekort aan bedrijfsartsen begint zo langzamerhand echt een probleem te worden. De oplossingen liggen bij de branche én bij jou als werkgever.
De populatie bedrijfsartsen vergrijst. Er stromen er meer uit dan dat er vanuit opleidingen instromen. Is het beroep van bedrijfsarts niet aantrekkelijk genoeg? Over dat vraagstuk zou de branche zich moeten buigen. Maar daar heb jij als werkgever nú niet zoveel aan. Jij hebt gewoon nú een bedrijfsarts nodig die jou bijstaat in de ziektedossiers van je medewerkers.
Aan een eerste oplossing, een verlengde arm-constructie, wordt door de branche al hard gewerkt. Zo worden standaard beoordelingen nu vaak door de Praktijkondersteuner Bedrijfsarts (POB) opgepakt. De bedrijfsarts zelf hoeft deze beoordeling alleen nog maar te controleren. Maar daar houden de oplossingen wel op. Alle overige taken, zoals medische beoordelingen, moeten immers toch echt door een arts worden gedaan.
Op termijn is deze werkwijze, met een toenemend tekort aan bedrijfsartsen, niet houdbaar en zal het stelsel op de schop moeten. Tot die tijd is het aan jou om zo goed mogelijk te roeien met de riemen die je hebt. Je moet wel, want je wilt geen onnodige lange ziektedossiers, je bent verplicht een bedrijfsarts aan je te binden en je moet je aan de Wet Poortwachter houden. Doe je dat niet, dan hangen je loonsancties boven het hoofd. Zo kan het gebeuren dat je jouw medewerker een jaar langer moet doorbetalen omdat je zogezegd onvoldoende hebt gedaan om deze terug te laten keren in loonwaarde.
Reden genoeg dus om te doen wat je kunt doen. Dat is allereerst een goede relatie met je bedrijfsarts opbouwen. Koester je bedrijfsarts en werk zo goed mogelijk samen. Dat kun je doen door de bedrijfsarts van belangrijke informatie te voorzien en de juiste vragen te stellen.
Informeren
Wanneer je een medewerker naar de bedrijfsarts stuurt en reactief afwacht wat daaruit komt, haal je niet het optimale uit de samenwerking. Het helpt om je bedrijfsarts te informeren over de omstandigheden. Loopt er bijvoorbeeld een conflict? Waar loop je tegenaan? Is de medewerker gemotiveerd? De bedrijfsarts kan dan gerichter onderzoeken.
Stel daarnaast ook gerichte vragen. De bedrijfsarts mag en zal geen medische informatie geven over jouw medewerker, maar kan wel antwoord geven op vragen als: ‘Hoe lang gaat het ongeveer duren?’, ‘Hoe kan ik bijdragen?’, ‘Met welke beperkingen in werk(belasting) moet ik rekeninghouden?’. Je zult zien dat als je de juiste vragen stelt, je inventief met je bedrijfsarts kunt sparren over het vervolgtraject. Daar moet je wel proactief in zijn, want door de hoge werkdruk zal een bedrijfsarts hier vaak niet zelf mee komen.
Wetende dat het tekort aan bedrijfsartsen alleen maar groter wordt, begrijp je ook dat jij als werkgever een steeds belangrijkere rol gaat krijgen in de re-integratie van jouw medewerkers. Het juiste gesprek met hen voeren, is daarbij van groot belang.
Het juiste gesprek voeren klinkt eenvoudig, maar kan natuurlijk heel lastig zijn. Het zijn heel andere gesprekken dan je gewend bent. Vooral wanneer de arbeidsrelatie verstoord is of dreigt te raken, is het moeilijk om het gesprek constructief te houden. Het inschakelen van een onafhankelijke derde die jou(w leidinggevende) daarbij kan helpen, is daarom een goed idee. Bij Verandergroep hebben we hier veel ervaring mee. We leiden het gesprek in goede banen en voegen, waar nodig en gewenst, onze expertise toe.
Dus heb je last van het tekort aan bedrijfsartsen en wil je graag wat begeleiding? Neem contact met ons op. Verandergroep helpt je graag uit de nood.
Neem contact op met ons voor een kennismaking.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer